- Teel niet-vatbare gewassen en rassen
- Pas de principes van IPM (Integrated Pest Management) of ICM (Integrated Crop Management) toe
- Maak slim gebruik van (meerdere) natuurlijke vijanden
- Zorg voor een weerbare plant, bodem of substraat
- Voorkom een oplopende ziektedruk of populatieopbouw
- Scout op aanwezigheid
- Gebruik waarschuwingsmodellen
- Voer bijtijds een (plaatselijke) preventieve of curatieve behandeling uit
- Zorg voor een optimale beheersing of bestrijding
- Stel een hygiëneprotocol op en handel ernaar
- Pas alleen middelen toe met bewezen werking
- Zet middelen die minder goed werken dan voorheen voor langere tijd aan de kant(resistentiegevaar)
- Wissel middelen af op basis van hun werkingsmechanisme of chemische groep
- Bij blokbespuitingen: gebruik het middel niet vaker achtereen dan op het etiket wordt vermeld
- Gebruik breedwerkende middelen die meerdere aangrijpingspunten hebben of maak een mix van middelen met verschillende werkingsmechanismen
- Toepassing
- Lees voor gebruik altijd het etiket
- Gebruik de aanbevolen dosering volgens het etiket, vermijd onder- en overdosering
- Gebruik de juiste toepassingstechniek, controleer de werking en reinig apparatuur zorgvuldig na gebruik.
- Controleer de gebruikte waterhoeveelheid
- Voer de behandeling uit onder optimale omstandigheden. Deze kunnen per middel verschillen!
- Gebruik eventueel hulpstoffen (uitvloeiers, hechters, etc)
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.