Skip to the navigation Skip to the content

Certis Actueel

Systeemaanpak biologie en BotaniGard werkt ook goed in lastig jaar

Nauwelijks trips en wantsen, ondanks lange, hete zomer

“Het is hier zeldzaam schoon in vergelijking met andere bedrijven”, zegt adviseur Mark Kolbach (rechts) tegen Roland van Hemert.

Als het om duurzaam telen gaat, behoort Kiepflower uit Nieuwaal tot de voorlopers in de chrysantenwereld. Drie jaar geleden koos het voor een biologisch systeem dat trips en wantsen consequent onder druk zet. “Het lijkt heel goed te werken”, stelt teeltspecialist Roland van Hemert vast.  

Door de lange, hete zomer gaat 2018 de boeken in als een lastig jaar voor plaagbestrijding. Ook in de Bommelerwaard, waar chrysantenkassen de horizon vormen. Hoewel de biologische bestrijding tegenwoordig bij elk bedrijf voorop staat, moesten veel bedrijven vroeg of laat toch aan de chemische noodrem trekken. Bij Kiepflower was dat niet nodig, hoort technisch adviseur Lianne van Wijk tijdens een bezoek aan het bedrijf.

Eigen aanpak
“Ook hier was de tripsdruk hoger dan in voorgaande jaren, maar we hebben het goed in de hand kunnen houden”, zegt teeltspecialist Roland van Hemert. “Van wantsen hebben we überhaupt geen last. We volgen al enkele jaren een eigen aanpak en die houden we consequent vol. Dat lijkt heel goed te werken.”
Adviseur Mark Kolbach van Vos Capelle kent veel kwekerijen in het gebied. “Kiepflower springt er dit jaar echt uit. Het is zeldzaam schoon in vergelijking met andere bedrijven. Ik ken geen ander bedrijf dat consequent BotaniGard en aaltjes toepast. Waarschijnlijk maakt dat het verschil. Bij vrijwel al mijn klanten telde ik in de piekperiode 200 tot 300 tripsen per vangplaat. Op de twee tuinen van Kiep zijn de aantallen altijd beneden de 100 gebleven. Wantsen heb ik hier vrijwel niet gezien.”

BotaniGard en aaltjes
Aan de basis van de biologische aanpak tegen trips staat de roofmijt Transeius montdorensis, die ook wordt bijgevoerd. “Het systeem is zodanig dat we de roofmijten zoveel mogelijk in stand kunnen houden”, legt Van Hemert uit. “Meestal beginnen we al in februari met het wekelijks verspuiten van BotaniGard in combinaties met aaltjes. Dat houden we vol tot de Kerst. Hartje winter is de plaagdruk zo laag, dat spuiten achterwege kan blijven. We spuiten altijd in de vroege ochtend, zodat het gewas langere tijd vochtig blijft en de aaltjes en schimmelsporen hun werk kunnen doen. Wanneer de tripsdruk ondanks alles iets oploopt, spuiten we soms een keer extra aaltjes over het gewas. En schoonspuiten aan het einde van de teelt is ook bij ons vaste prik.”

Twee formuleringen
“BotaniGard is een van de weinige middelen die je bijna jaarrond kunt inzetten”, voegt Lianne van Wijk toe. “In chrysant kun je beide formuleringen – spuitpoeder en vloeibaar – 25 keer per jaar toepassen en daarmee zet je zowel trips als wantsen permanent onder druk.”
Eigenaar Nico Kiep knikt instemmend. “Dat is inderdaad een voordeel”, zegt hij. “Een robuuste biologische basis wordt steeds belangrijker, want door strengere eisen van afnemers mag je sommige toegelaten middelen simpelweg niet gebruiken.”

Consequent toepassen
“Een degelijke systeemaanpak werpt duidelijk vruchten af”, concludeert Kolbach. “Uit onze cijfers blijkt duidelijk dat er dit jaar over de hele linie minder aaltjes zijn ingezet en dat er op een smallere basis biologisch is bestreden. Veel bedrijven vertrouwden dit jaar vooral op roofmijten. Dat is in dit lastige jaar niet toereikend gebleken. Kiep laat nu voor het derde jaar zien dat je ook onder hoge plaagdruk biologisch kunt werken, zolang je producten combineert en ze consequent toe blijft passen.”